“Hoe komt het toch dat ik altijd wanneer ik jou zie, begin te filosoferen?”
Meneer de Jong zit op het toilet en merkt dit op nadat we een mooi gesprek hebben gehad over pijn en hoop. Nu ik dit opschrijf besef ik me eigenlijk pas dat dit best een bijzondere situatie is. Een man die op het toilet zit en deze opmerking maakt. Hoezo sta ik bij een meneer die op de wc zit?! Geen alledaagse situatie voor de meesten die dit lezen, voor mij inmiddels zo normaal dat ik er pas over nadenk als ik het opschrijf. Maar goed, even terug naar waarom ik begon met hierover schrijven.
Meneer de Jong was altijd een hard werkende mannen-man. Je weet wel, zo’n uit de klei getrokken kerel die hard werkt om zijn gezin te onderhouden, te zorgen voor een goed belegde boterham terwijl zijn echtgenote voor de kinderen zorgde en het huishouden runde. Geen makkelijke man ook, zo heeft hij me wel eens verteld, en zijn vrouw en kinderen beamen dit. Meneer de Jong had alles wat zijn hartje begeerde, een lieve vrouw, een paar leuke kinderen, een goedbetaalde baan en een huis met een auto voor de deur.
Ik werkte net een paar dagen op mijn huidige werkplek toen deze beer van een kerel van tegen de 90 bij ons kwam wonen. Hij vond het allemaal maar niks, was dit nou hoe het laatste stukje van zijn leven er uit zou komen te zien? Met allemaal vroúwen op de afdeling bovendien? Het lijkt me voor een echte mannen-man niet makkelijk om ineens afhankelijk te zijn van zorg en omringd te zijn met allemaal vrouwen. We zien meneer de Jong dan ook niet zoveel in de huiskamer, liever verblijft meneer op zijn eigen appartement, waar hij regelmatig zijn leven overdenkt.
“Geloof jij eigenlijk dat er een hemel is?” vraagt meneer de Jong me vandaag, en vervolgens vertelt me dat hij het idee van de hemel wel heel erg mooi vind en dat hij hoopt dat hij zijn inmiddels overleden broers dan weer zal zien. Hij is de jongste van 3 broers en de enige die nog in leven is, meneer heeft me wel eens vertelt dat het hem zwaar valt om steeds meer mensen te verliezen. Ik vertel meneer dat ik ook hoop dat meneer na zijn dood zijn broers weer zal zien.