15 Jaar is ze. 15 Jaar en zo lang als ze zich kan herinneren wordt ze gepest. Het ene moment wat heftiger dan het andere, maar ze wordt altijd gepest. Altijd als laatste gekozen worden met gymles, voor schooltijd opgewacht worden door klasgenoten die leken te genieten van de blinde paniek als ze spinnen in de kraag van haar jas gooiden, de chantage: ze moest geld meenemen naar school want anders zou ze na school wel even in elkaar geslagen worden. Het pesten was er dag in, dag uit. Jaar in, jaar uit. Stukje bij beetje werd haar identiteit afgepakt tot er niks anders meer overbleef dan een meisje dat maar deed wat van haar verwacht werd om meer pijn te voorkomen. De pijn van niet geaccepteerd worden.
15 Jaar is ze. Ergens zit nog dat ongehavende meisje van vroeger verscholen, als je echt je best doet laat ze haar ware ik nog wel eens zien. Niet zo vaak, haar ware ik wordt namelijk nog steeds niet geaccepteerd, maar toch gluurt ze zo af en toe eens even om een hoekje om te kijken of er al ruimte voor haar is. Haar ware ik kwam eens de hoek om rennen toen ze in een schoenenwinkel mooie knalrode lakschoenen met een grote gesp zag staan. Haar ware ik fluisterde haar toe “neem ze mee, ze zullen goed bij je passen” Ware ik liet haar stem horen. Ware ik vond dat ik ook eens moest doen wat ik goed vond, ook als dat betekende dat ik daarom nog meer gepest zou worden. Dat meisje van 15, die niet zo goed meer wist wie ze nou eigenlijk was, dat was ik. En ik kocht de schoenen. Mooi, glanzend en brandweerwagenrood met een gigantische zilveren gesp er op. En ik droég ze. Met trots.
Die rode schoenen zijn voor mij belangrijk, ze zijn meer dan dingen die je aantrekt omdat je nu eenmaal niet op blote voeten de deur uit gaat. De rode schoenen zijn voor mij houvast, ze herinneren me dat ook ik een “ware ik” heb. Die ware ik heeft eigenlijk nooit echt veel ruimte in mijn leven gehad. Eigenlijk schoof ik haar altijd maar aan de kant, want ik vond het zo belangrijk om maar aardig gevonden te worden! Liever had ik dat mensen mij accepteerden en dat ik dan maar niet deed wat ik eigenlijk wilde dan dat ik mijn hart volgde met als gevolg dat ik weer niet geaccepteerd zou worden.
Inmiddels loop ik, in dit geval figuurlijk, weer op rode schoenen. Maar nu op een manier dat de hele wereld het kan “zien” Ik ben wie ik ben, en ik ben goed zoals ik ben. Veranderen en aanpassen om geaccepteerd te worden is niet langer mijn motto. Wanneer ik voor mensen niet leuk genoeg, of goed genoeg, niet slank, knap of slim genoeg ben staat het ze vrij om mij los te laten. En mooier nog, ík gun het mezelf om keuzes te maken waar ik gelukkig van wordt. Eindelijk!