Nico maakte op mijn eerste dag op de afdeling afdeling al een onuitwisbare indruk op me. In de maanden dat ik hem heb mogen helpen met de dingen die hij zelf niet meer kon, en voor hem heb mogen zorgen toen hij steeds minder zelf kon, hadden we leuke praatjes, maakten we grapjes en hadden we soms serieuze gesprekken. We spraken over het leven van Nico en hoe vreselijk hij het vond om “zo’n stakker” zoals hij zichzelf soms noemde, te zijn. We hadden het ook over de dood, Nico leek soms dubbele gevoelens over de dood te hebben. Soms wilde hij dood zijn, andere momenten wilde hij niet dood omdat hij nog maar zo relatief kort bij zijn lieve vrouw was. Ik schonk vaak tijdens mijn avonddiensten een glaasje cassis voor hem in en ging even bij hem zitten om te praten, maar soms ook om even samen sport te kijken. Ik hou van al onze bewoners, maar Nico heeft wel een speciaal plekje in mijn hart.
Vanmorgen mocht ik samen met mijn collega onze Nico nog een keer helpen, of eigenlijk is het inmiddels wel gewoon verzorgen want Nico ligt zogezegd op schema. Om de zoveel uur krijgt hij een slaapmiddel en morfine om te zorgen dat hij comfortabel is tijdens zijn sterfproces. Omdat ik over 3 dagen pas weer op mijn werk ben ging ik er van uit dat vandaag de laatste keer zou zijn dat ik Nico in leven zou zien. Ik ken Nico als grote sterke man die door zijn ziekte steeds meer in heeft moeten leveren. Ondanks zijn ziekte is die grote sterke man lang zichtbaar geweest. De afgelopen tijd ging het met ups en downs, de man die hij ooit was verdween steeds een stukje meer. Toen ik vandaag zijn appartement in liep schrok ik, want daar lag een stervende man.
Wat er gebeurde is me nog niet eerder op mijn werk overkomen, meestal heb ik mijn emoties onder controle, maar ik schoot bij het zien van deze broze stervende man helemaal vol. Geloof me als ik zeg dat ik de liefste collega’s van de wereld heb, de collega met wie ik Nico zou helpen vroeg meteen of het wel ging en controleerde dit ook tijdens de verzorging. Het lukte om niet in tranen uit te barsten, als kostte het me flink wat moeite. Tijdens het zorgmoment schoot ik nog een aantal keer vol, al kan ik eigenlijk niet eens precies uitleggen waarom nou eigenlijk. Want hoe gek het ook klinkt, ik gun hem de dood omdat zijn leven zoals het nu was zoals hij zelf altijd zei voor hem geen leven was. Toen ik na het zorgmoment eenmaal in de zusterpost stond gingen alle sluizen open.
Met snot en uithalen heb ik bij een andere collega flink uit staan huilen. Wat is het leven soms vreselijk oneerlijk! Waarom moet zo’n mooi en bijzonder mens op deze manier aan zijn eind komen? Het is zo fijn om collega’s als die van mij te hebben, er was ruimte voor verdriet en voor een gesprek. We spraken over Nico, zijn leven en zijn einde. Het is niet gek om als zorgverlener zo geraakt te worden door het sterven van een zorgvrager, die emotie mag er zijn. Door alles er op dat moment uit te gooien lukte het me in de middag om nog een laatste zorgmomentje te verlenen zonder overmand te worden door emoties. Nog een laatste keer verzorgde ik dit bijzondere mens en ik nam afscheid.
Lieve Nico, ik ga je missen