Net zoals mensen zonder een ziekte in de hersenen hebben ook de mensen voor wie ik mag zorgen en mag helpen bij de dingen die zij zelf niet meer kunnen, allemaal hun eigen karakter. Onze mensen hébben namelijk een ziekte, zij zíjn niet hun ziekte. Mensen hebben dementie en zijn dus niet dement of dementerend. Door hun ziekte kan het zijn dat zij onbegrepen gedrag vertonen, bij dat gedrag is het soms nodig om een handleiding te maken, een zogenaamd omgangsadvies. Maar daar gaat mijn verhaal niet over.
Mijn verhaal gaat over onze Grietje, een dame van in de 90 die nou niet heel makkelijk is in de omgang. Grietje kan zich vaak erg negatief en boos uiten, hier kan zij niet echt wat aan doen. Wat ik meestal doe wanneer Grietje weer eens aan het mopperen is, is hier kort in meegaan en zonder dat zij er erg in heeft het verhaal een positieve draai geven. Grietje reageert heel goed op een op een aandacht, maar vind het heel moeilijk om met complimenten om te gaan. Een compliment hoort zij aan en weet dat met een knip met de vingers om te buigen in iets negatiefs. Alleen in de juiste omstandigheden kan zij een compliment aanvaarden, en naar dat juiste moment is het vaak goed zoeken. Wanneer het lukt om Grietje een compliment te geven dat zij kan accepteren, dan zie je haar eigenwaarde een stukje toenemen.
Grietje is ook erg gevoelig voor afwijzing, en die voelt zij al heel snel. Wanneer ik bijvoorbeeld bezig ben met het delen van medicatie, werk waar geen fouten bij gemaakt mogen worden en waar ik mijn hoofd dus goed bij moet houden, kan ik niet reageren wanneer Grietje tegen me begint te praten. Soms laat ik me toch verleiden, maar dan is het wel een kort antwoord. Meestal beent ze dan boos en vloekend bij me weg. Uitleggen waarom ik niet of kort reageer doe ik wel, maar dat heeft eigenlijk weinig zin omdat Grietje het vanwege haar dementie al heel snel vergeten is. Toch leg ik het wel uit, want ook al vergeet iemand snel weer wat er gezegd is, ook iemand met dementie verdient het om uitleg te krijgen. Dat iemand dementie heeft wil niet zeggen dat je niet met hem of haar hoeft te praten.
Het gemopper en gevloek van Grietje is onderdeel van mijn werk, het hoort er net zo goed bij als Grietje zelf. Het is niet altijd leuk om te horen, vooral omdat het ook soms invloed heeft op de rest van onze mensen, maar ze kan er niks aan doen. Mijn collega´s en ik laten het dus meestal maar wanneer zij weer mopperend de huiskamer uit loopt, vaak komt Grietje terug alsof er een minuut geleden niks gebeurd is. Gisteren was een ander verhaal, en toen moest ik in een split second besluiten wat ik zou doen.
Grietje had gisteren een slechte avond en bleef erg hangen in negativiteit, wat zich uitte in veel heen en weer lopen, andere bewoners lastig vallen, schelden en vloeken. Het resultaat was dat zij met 2 verschillende bewoners ruzie kreeg, wij hebben de dames uit elkaar moeten halen om de boel weer wat tot bedaren te brengen.
De pijlen van Grietje waren ook op mij gericht, want ik was bezig met het uitdelen van de medicatie en kon dus niet reageren wanneer zij iets tegen me zei. Toen ik haar later in de hal tegen kwam en vroeg of zij weer mee ging naar de afdeling was zij niet meer te houden. Vloekend en scheldend, ik zal de woorden die ik naar mijn hoofd kreeg hier niet herhalen, vertelde ze me wat ze van alles vond. Voor mijn gevoel ging dit te ver en ik die split second besloot ik dus dat ik er wat van zou zeggen.
Rustig vertelde ik haar dat het nu genoeg was. Dat ze de hele avond al aan het vloeken was en dat ze nu zelfs mij uit begon te schelden, hier was ik niet van gediend. Het antwoord dat ik kreeg bezorgde me tranen in mijn ogen.
“Maar zuster, ik doe het toch niet expres! En ik hou toch van je!”
En natuurlijk is dat zo, ze doet het ook niet expres. Toch is het belangrijk om ook in zulke gevallen grenzen te stellen, ook al is ze het weer vergeten zodra ze zich omdraait. Ik nam even de tijd om met Grietje te praten over wat er gebeurd was, dat het echt niet kan om zomaar mensen uit te schelden. We praatten het samen uit en liepen toch samen weer terug naar de afdeling, en later op de avond heb ik haar geholpen om naar bed te gaan.
Alsof er niks gebeurd was kletsten we en vertelde ik haar stap voor stap wat ze mocht doen waarna zij tevreden en zichtbaar vermoeid haar bed ik kroop. “Dankjewel, Zustertjelief” Grietjes vaste bedankje met de erenaam die ze mij gegeven heeft. Met een glimlach van voldoening verliet ik haar kamer. Want ondanks de scheldwoorden die ik vanavond over me heen kreeg is Grietje wel gewoon onze lieve Grietje die het verdient om met liefde en respect behandeld te worden.