Soms lukt het Hennie om te zeggen wat ze denkt, maar vaak lukt het haar ook niet. Dan vindt ze de juiste woorden niet, hoe hard ze er ook naar zoekt. Haar woordenschatkist is nog aardig goed gevuld, maar het is er een rommeltje. Met als gevolg dat ze vaak de verkeerde woorden uit de woordenschatkist pakt, maar vaak ook het woord helemaal niet meer kan vinden. Hennie heeft afasie, een taalstoornis als gevolg van een hersenbeschadiging*
“Dat hebben we nog nodig” Hennie kijkt naar mijn handen en wijst aan wat zij bedoelt. “Een vork” zegt ze, terwijl ze een mes uit mijn hand pakt. We zijn samen de tafel aan het dekken voor de middageten, Hennie is altijd druk bezig en mag graag helpen met klusjes op de afdeling. Ze weet ook heel goed wat ze wel en niet wil trouwens, als ik haar op een middag vraag of ze me wil helpen afwassen kijkt ze me ondeugend aan en vraagt “kan je dat zelf niet doen?”
Meestal is Hennie een vrolijke dame die maar moeilijk stil kan zitten. Zo zit ze in de huiskamer, en zo loopt ze weer door de gang. Maar soms gaat er een knopje om en is ze ineens heel verdrietig. Tijdens een van mijn dagdiensten afgelopen week kwam ik haar tegen in de gang, ze stond in de deuropening van haar appartement. Een dikke traan rolde over haar wang en toen ik haar vroeg wat er was begon ze onbedaarlijk te huilen. Ik sloeg een warme arm om haar heen en nam haar mee haar appartement in zodat we even uit het oog waren en ik de tijd voor haar kon nemen. “Kunt u me vertellen waarom u zo verdrietig bent, lieverd?” Dapper deed Hennie een poging om onder woorden te brengen wat zij voelde. Het lukte haar niet. Ik zag zowel wanhoop als verdriet in haar ogen, en toen ik opnieuw een arm om haar heen sloeg legde zij haar hoofd op mijn schouder en huilde onbedaarlijk.
Ik ben een mens die altijd zoekt naar oplossingen, maar soms is er gewoonweg geen oplossing voor een bestaand probleem. De rommelige woordenschatkist van Hennie kan ik niet ordenen zodat zij de juiste woorden weer kan vinden, of überhaupt weer woorden kan vinden. De afasie zal nooit meer weg gaan, Hennie zal nooit meer taal kunnen gebruiken zoals jij en ik dat doen. Mijn hart breekt als ik zie dat zij zoveel te vertellen heeft maar het niet meer kan. Oplossen kan ik het dus niet, het enige dat ik voor Hennie kan doen is er zijn. En dat is wat ik deed.
Diezelfde ochtend had ik een fijn en opbouwend gesprek met de teamleider van mijn afdeling. Want al is het op een andere manier dan Hennie, ook ik ben op mijn afdeling soms zoekend. Zoekend naar mijn rol als verzorgende, naar mijn plek binnen het team, zoekend naar wie ik ben als verzorgende. Toen ik daar zo zat bij Hennie gingen de woorden die de teamleider tegen me zei weer door mijn hoofd, en onwillekeurig moest ik glimlachen. Want dit is waar ik goed in ben, dit is waar ik gelukkig van wordt. Er liefdevol zijn voor de mensen in de winter van hun leven. Met warmte en vriendelijkheid mensen helpen met de dagstructuur. Met een team waarin iedere collega doet waar hij of zij sterk in is.
Naarmate Hennies woordenschatkist leger raakt, zal mijn gereedschapskist met “zorgtools” voller worden. Tools die maken dat ik de mens achter de zorgvrager zo goed mogelijk kan helpen en ondersteunen. Want ieder mens die zorg nodig heeft verdient passende, liefdevolle en persoonsgerichte zorg.
Bron: Problemen met spraak of taal - Hersenstichting