“Ada is een vriendin van vroeger, wat leuk dat ze bij ons komt wonen!” Het was Ada D. die een aantal weken een paar dagen met glinsterende oogjes van blijdschap over de afdeling liep omdat haar vriendin van vroeger, Ada G. bij ons zou komen wonen. Inmiddels hebben we al een paar weken 2 Ada’s op de afdeling, en de dames kunnen het nog steeds goed met elkaar vinden.
In de avond drinken we altijd met z’n allen een kopje koffie of thee in de huiskamer, de mensen die op dat moment niet in de huiskamer zijn halen we op. Zo ook afgelopen week.
De eerste kamer die ik tegen kom is die van Ada G. Ik klopte aan en ging in de deuropening staan om te vragen of ze zin had om wat te komen drinken. Omdat ik zag dat mevrouw zat te kijken en te luisteren naar religieuze muziek besloot ik om even binnen te lopen om haar de gelegenheid te geven dit lied af te luisteren. Een brede glimlach verscheen op mijn gezicht toen ik zag dat Ada D. op het bed van haar vriendin zat en óók zat te genieten van de muziek op tv.
Wat een mooi moment was dit zeg. Twee oude besjes, en ik noem de dames met heel veel respect zo, zaten samen te kijken, te luisteren en mee te zingen met religieuze muziek. Twee oude besjes die ik in een split second in gedachten in hun ooit jonge uitvoering voor me zag, en die elkaar weer gevonden hebben. In het huis waar ze wonen maar ook in hun geloof.
Met kippenvel van mijn kruin tot mijn tenen heb ik het lied uitgezeten. Niet omdat ik het nou zo mooi vond, of omdat de dames zo mooi zongen (in tegendeel, maar dat maakte het moment alleen maar nóg bijzonderder omdat ze allebei totaal geen schroom leken te voelen en helemaal opgingen in de muziek) maar om de intimiteit van het moment. Een moment dat ik makkelijk had kunnen doorbreken door over koffie of thee te beginnen maar dit heel bewust niet deed, omdat Ada en Ada het verdienden om te genieten van dit moment. En wat vond ik het bijzonder dat ik deel uit mocht maken van dit moment.
Toen het lied was afgelopen nodigde ik de dames uit om in de huiskamer een kopje koffie of thee te komen drinken. Glimlachend en een trots gevoel liep ik achter ze aan het appartement van Ada G. uit om met z’n allen te genieten van een bakkie. Ik bof toch maar dat ik met zulke lieve mensen mag werken!