15 Maanden geleden kwam ik op mijn huidige afdeling werken en maakte ik kennis met Vera. Vera was een dame van tegen de 90 die al behoorlijk gevorderd was in haar dementie. Haar woordenschatkist was al aardig leeg aan het raken, hele zinnen maken lukte toen al niet meer. En toch stal Vera in september vorig jaar op de eerste dag al mijn hart.
Met een oogverblindende glimlach en twinkelende oogjes keek ze me aan toen ik me voor kwam stellen. Niet wetend wat ik echt kon verwachten op een PG afdeling ging ik er helemaal blanco in en ik weet nog dat ik het in het begin erg moeilijk vond om echt contact te maken met Vera. Want zoals ik hierboven al schreef zaten er in Vera´s woordenschatkist nog wel losse woorden, maar samenhangende zinnen kon zij niet meer maken. En hoe maak je contact met iemand met wie een echt gesprek niet meer mogelijk is?
Toch voelde ik vanaf dag één een klik met deze bijzondere dame. Wanneer ik Vera verschoonde of naar bed bracht nam ik de tijd. Stap voor stap legde ik uit wat er ging gebeuren, want Vera vond het vaak allemaal maar eng, dat heen en weer rollen in bed om verschoond te worden of om een nachthemd aan te krijgen. Vaak genoeg riep ze dat ze bang was, “ik val!” hoor ik haar in gedachten nog roepen. Voordat ik Vera hielp met op haar zij draaien, vertelde ik eerst wat er ging gebeuren en liet haar met haar hand alvast de bedrand pakken zodat zij wist wat er ging komen.
Vera leek me steeds meer te vertrouwen en leek het fijn te vinden als ik in de middag even bij haar kwam zitten. Ik hield haar hand vast, we zongen een liedje, of ik sloeg een troostende arm om haar heen wanneer zij wat angstig uit haar ogen keek. Met de woorden die Vera nog kende vertelde ze onsamenhangende verhalen waar ik op reageerde op een manier die me goed leek, en zo hebben we samen iets gevoerd dat ergens wel iets weg had van gesprekken.
“Kom je bai me” vroeg Vera me met een zwaar Noord Hollands accent op momenten dat ze wat meer woorden kon vinden. “Waar is Jan” vroeg ze wel eens wanneer er een herinnering aan haar man aan de oppervlakte van haar geheugen kwam.
De meest dierbare herinnering aan onze lieve Vera is wel die ene middag in juni toen onze geestelijk verzorger muziek kwam luisteren met onze bewoners. Verzonken in haar dementie staarde Vera voor zich uit, tot Vera Lynn over Jeruzalem begon te zingen. Zonder te haperen zong onze Vera mee met de muziek, vloeiend stroomden de woorden van dit lied over haar lippen. Toen het refrein voorbij was keek Vera me met betraande ogen aan, vond wat meer woorden in de woordenschatkist en zei “ik moet bijna huilen” en “ik moet aan mijn moeder denken”